In de 18de- 19de eeuw begon in Europa de heropleving van een antieke dogma dat het materialisme genoemd wordt en enkel het bestaan van materie accepteert. Er werden in deze periode ook pogingen gedaan om het materialisme toe te passen op verschillende disciplines van de wetenschap. Het materialisme werd door de Engelse natuurreiziger Charles Darwin op de natuurwetenschappen toegepast, en door de Duitse denkers Karl Marx en Friedrich Engels op de menswetenschappen. Darwins werk is vandaag gekend onder de naam “evolutietheorie” en dat van Marx en Engels onder de naam “communisme.”
Anton Pannekoek, een bekende marxistische schrijver uit de 20ste eeuw, zette dit feit uiteen in zijn boek “Darwinisme en marxisme”:
Het is moeilijk om mensen te noemen die in de 2de helft van de 19de eeuw de menselijke geest meer domineerden dan de twee wetenschappers Darwin en Marx. Hun doctrines brachten een revolutie teweeg in de opvatting van grote massa’s over de wereld. Al tientallen jaren spreekt iedereen over hen en hun doctrines zijn het centraal punt geworden van de intellectuele strijd die samengaat met de sociale strijd van vandaag. De oorzaak hiervan ligt vooral in de zeer wetenschappelijke inhoud van hun leer. Het wetenschappelijk belang van het marxisme en het darwinisme is dat ze allebei de evolutietheorie volgen, het een doet dat op het domein van de organische wereld, of bij de levende wezens, het ander op het domein van de samenleving. Deze evolutietheorie was echter helemaal niet nieuw, het had zijn verdedigers voor Darwin en Marx; de filosoof Hegel, maakte hiervan zelfs het centraal punt van zijn filosofie. Daarom is het belangrijk nauw te observeren wat de bijdragen van Darwin en Marx waren op dit domein.
De theorie dat alle planten en dieren uit elkaar zijn ontwikkeld, is voor het eerst terug te vinden in de 19de eeuw. Daarvoor werd de vraag, “Vanwaar komen al deze duizenden en duizenden verschillende planten- en dierensoorten?”, beantwoord met: “Ze zijn geschapen door God ten tijde van schepping, elk soort apart.” Deze theorie was in overeenstemming met de ervaringen die men had en met de best beschikbare informatie over het verleden. Volgens de beschikbare informatie waren alle gekende planten en dieren steeds hetzelfde geweest. Deze ervaring werd dus wetenschappelijk uitgedrukt als “Alle soorten zijn onveranderlijk omdat de ouders hun eigenschappen doorgeven aan hun kinderen.
[...] Maar wanneer Darwin kwam, trof zijn belangrijkste boek Origin of Species als een bliksemschicht; zijn theorie werd onmiddellijk aanvaard als een sterk bewezen feit. Sindsdien is de evolutietheorie onafscheidelijk geworden van de naam van Darwin.[i]
Karl Marx stelde dat de ontwikkeling van de geschiedenis gebaseerd was op de economie. De samenleving doormaakte doorheen de geschiedenis verscheidene fasen en de economie bepaalde al alles. De samenleving met slavernij ging over in een feodale samenleving, de feodale samenleving in de kapitalistische en tenslotte zou na een revolutie de socialistische maatschappij gevestigd worden en de verste punt in de geschiedenis zou op die manier bereikt worden. Marx en Engels vatten de geschiedenis dus op als een evolutie, al voordat ze in contact kwamen met het darwinisme. Maar deze vrienden hadden het moeilijk om te verklaren hoe de levende wezens tot stand waren gekomen. Want zolang er geen hypothese was die het leven met het principe van “niet geschapen” verklaarde, konden ze geen ideologie lanceren die op de ontkenning van religie steunt. Zolang ze dat niet hadden, konden ze de geschiedenis niet herleiden tot materie of zeggen dat religie “een opium voor het volk” is.
Juist toen ze op deze hypothese wachtten, publiceerde een Engelsman genaamd Charles Darwin het boek Oorsprong der Soorten. Wat er in dat boek beweerd werd, was exact hetgeen Marx en Engels zochten. Want Darwin beweerde dat het leven vanzelf uit niet-levende materie ontstond en dat de levensvormen als het product van een levensstrijd evolueerden. Dit was de biologische versie van het dialectisch conflict waar Marx en Engels het over hadden. Bovendien gaven deze beweringen hen de kans om het leven te verklaren met uitsluitend materiële factoren.
De persoon die Darwins grote bijdrage aan het materialisme voor het eerst had gezien, was Engels. Engels heeft Darwins boek dat in 1859 gepubliceerd werd, bestudeerd en ingezien dat het basis een zou vormen voor zijn eigen theorie. Hij schreef in een brief aan Marx:
Darwin, die ik nu juist aan het lezen ben, is absoluut prachtig. Er was nog één een aspect van van de theologie, dat afgebroken moest worden, en dat is nu gedaan. Er werd nooit eerder zo’n grandioze poging gedaan om de historische evolutie in de natuur aan te tonen en zeker niet met zo’n goed effect. [ii]
Op 16 januari 1861, schreef Marx aan Ferdinand Lasalle hoe hij Darwin goedkeurt:
“Darwins werk is het belangrijkste, en het past het best bij mijn doel, omdat het een natuurwetenschappelijke basis biedt voor de historische klassenstrijd.”[iii]
Friedrich Engels drukte zijn bewondering voor Darwin uit als “De natuur werkt dialectisch en niet metafysisch. [...] In dit context moet Darwin voor alle anderen opgenoemd worden.”[iv] Om een bijdrage te leveren aan Darwins beweringen, schreef Engels een hoofdstuk genaamd “The Part Played by Labour in the Transition From Ape to Man. “[v] Marx, die door zijn hedendaagse volgers ook wel eens “de Charles Darwin van de sociale wetenschap materialistisch dialectisme”[vi] genoemd wordt, drukte zijn bewondering voor de evolutietheorie van Darwin uit door zijn belangrijkste boek, Das Kapital, aan Darwin te wijden. [vii]
Zoals blijkt uit deze uitspraken van Marx en Engels, dachten ze dat Darwins evolutietheorie de wetenschappelijke basis bevatte van hun atheïsme, en raakten ze in opperste verrukking.
[i] http://www.marxists.org/archive/pannekoe/index.htm
Originele tekst:
Two scientists can hardly be named who have, in the second half of the 19th century, dominated the human mind to a greater degree than Darwin and Marx. Their teachings revolutionized the conception that the great masses had about the world. For decades their names have been on the tongues of everybody, and their teachings have become the central point of the mental struggles which accompany the social struggles of today. The cause of this lies primarily in the highly scientific contents of their teachings.
The scientific importance of Marxism as well as of Darwinism consists in their following out the theory of evolution, the one upon the domain of the organic world, of things animate; the other, upon the domain of society. This theory of evolution, however, was in no way new, it had its advocates before Darwin and Marx; the philosopher, Hegel, even made it the central point of his philosophy. It is, therefore, necessary to observe closely what were the achievements of Darwin and Marx in this domain.
The theory that plants and animals have developed one from another is met with first in the nineteenth century. Formerly the question, “Whence come all these thousands and hundreds of thousands of different kinds of plants and animals that we know?", was answered: “At the time of creation God created them all, each after its kind." This primitive theory was in conformity with experience had and with the best information about the past that was available. According to available information, all known plants and animals have always been the same. Scientifically, this
experience was thus expressed, “All kinds are invariable because the parents transmit their characteristics to their children.”
[...] When Darwin came, however, with his main book, The Origin of Species struck like a thunderbolt; his theory of evolution was immediately accepted as a strongly proved truth. Since then the theory of evolution has become inseparable from Darwin’s name.
[ii] http://www.marxists.org/archive/marx/works/1859/letters/59_12_11.htm
Originele tekst: Darwin, by the way, whom I’m reading just now, is absolutely splendid. There was one aspect of teleology that had yet to be demolished, and that has now been done. Never before has so grandiose an attempt been made to demonstrate historical evolution in Nature, and certainly never to such good effect.
[iii] http://www.wsws.org/articles/2009/jun2009/dar1-j17.shtml
Originele tekst: Darwin’s work is most important and suits my purpose in that it provides a basis in natural science for the historical class struggle.
[iv] http://www.marxists.org/archive/marx/works/1880/soc-utop/ch02.htm
Originele tekst: Nature works dialectically and not metaphysically; that she does not move in the eternal oneness of a perpetually recurring circle, but goes through a real historical evolution. In this connection, Darwin must be named before all others.
[v] http://www.marxists.org/archive/marx/works/1876/part-played-labour/index.htm
[vi] http://www.unbc.ca/assets/politicalscience/class_materials/200905/socialism_and_communism.pdf
[vii] http://ankerberg.com/Articles/_PDFArchives/science/SC4W0999.pdf, p.1